Vandaag zijn er in het provinciehuis de Algemene Beschouwingen geweest. De Statenleden kijken dan terug op afgelopen jaar en blikken vooruit. Zo ook onze fractievoorzitter Daphne Dertien.

Het valt mee met de voetbalmetaforen vandaag. Gelukkig. Want politiek is niet alleen een spel, het gaat juist om de inhoud.

Toch eerst iets over het politieke spel en daarna zoals u dat van GroenLinks mag verwachten, gaat het bij de inhoud om duurzaamheid en om sociaal beleid.
 
Het zijn de laatste algemene beschouwingen van deze Statenperiode, en, misschien nog heuglijker, van deze coalitieperiode.

Veel partijen staan hier handenwrijvend vooruit te kijken naar een kans om de volgende periode in de coalitie te komen. Sommigen in iets meer bedekte termen, sommigen openlijk. Ook GroenLinks, want als de SGP het kan, dan is bijna alles mogelijk.

Dat GroenLinks in de volgende coalitie wil meedoen, betekent niet dat we ons nu al gaan inslijmen. Wij zíjn in staat genoegen te nemen met compromissen en deze te verdedigen. Dat hebben we laten zien bij de besluitvorming rondom de N340 en de verdeling van die financiën. Maar we zijn alleen bereid dat te doen als we daarmee een verschil maken. Instemmen omdat er toch al een meerderheid is, vinden wij nu juist níet nodig. Wij zijn er niet om nog even te tekenen bij het kruisje. Niet vanuit de oppositie… Wij verkopen onze huid duur. Laat de verschillen maar helder zijn en de oppositie als luis in de pels functioneren.
 
GroenLinks is dus klaar voor coalitiedeelname. Maar ook vanuit de oppositie is het mogelijk gebleken resultaat te boeken. We hebben het college aan het werk weten te zetten, zelfs voor de emancipatie van vrouwen in de technische sector. De motie tegen schaliegas en de gezamenlijke overleggen over infra en OV stemmen ons soms hoopvol.

Vandaag dienen wij ook weer hoopvolle moties in, waarmee we net dat tikje extra willen geven aan de inzet van Overijssel om op termijn klimaatneutraal te zijn. Want daar moet het uiteindelijk naartoe.

Er wordt al hard gewerkt om iets te maken van duurzame energie, om daarmee energiezekerheid voor de toekomst te organiseren en klimaatverandering te verminderen. Dat gaat moeizaam, maar we houden vol. En als je de situatie in een breder perspectief ziet, is duidelijk dat de kwesties die GroenLinks in de jaren ’90 als enige agendeerde, nu breed erkend worden, en het slechts een klein belangenclubje is dat dapper stand houdt in haar verzet.

Duurzaamheid en het tegengaan van klimaatverandering vraagt niet alleen om energiebeleid, maar ook om grondstoffenbeleid, om een slimme kijk op transport en logistiek, op een transitie in de economie. Want de oude economie werkt niet meer. Er is te weinig werk en oude oplossingen, hebben maar weinig zoden aan de dijk gezet. De burgers zijn klaar voor verandering en in de perspectiefnota staan mooie woorden over de netwerksamenleving en glokalisering. Inspelen op deze trends en samenwerking met partners en burgers werkt het beste als je een visie neerlegt, of zo u wilt: een stip op de horizon zet.

Daarom willen we vastleggen dat Overijssel in 2050 klimaatneutraal wil zijn. En de maatschappij uitnodigen om met initiatieven te komen die aansluiten bij deze doelstelling. [indienen]
 
2015 wordt voor gemeenten het jaar van de transities, maar dan transities van beleid in plaats van duurzaamheid. Een belangrijke transitie is die van de jeugdzorg. Wij houden ons hart vast wat deze transities betekenen voor de mensen die afhankelijk zijn van goed beleid. Wat het betekent voor de kinderen die in de jeugdzorg zitten, of de kinderen die opgroeien in armoede.

De ogenschijnlijke bestuurlijke correctheid dat de provincie er niet over gaat, overtuigt niet. Wat zal de kiezer van zo’n dooddoener vinden? En de kinderen die tussen wal en schip vallen, wat zullen zij ons hierover in de toekomst zeggen? Zullen zij ons begrijpen? Of zouden wij hén beter moeten begrijpen?

U zult in ieder geval begrijpen dat GL de motie van de SP op dit vlak steunt.

Ook op andere terreinen van sociale en culturele infrastructuur mag er van GroenLinks wel een flinke schep bovenop. Ook hier gaat het om banen. In de sector zelf en om de aantrekkelijkheid van onze provincie. Noord-Brabant heeft als ambitie gesteld om op cultureel vlak de tweede regio te vormen, om daarmee ook haar economisch potentieel vast te houden. Daar hebben zij eigen middelen uit de verkoop van Essent voor opzij gezet. Zo kan het dus ook.
 
U begrijpt; net als alle andere partijen staan wij hier handenwrijvend, vol ongeduld om de zaak aan te pakken. U hoort nog van ons.