Daar was haast bij: tot 1 juli hebben gemeenten de mogelijkheid zelf locaties aan te wijzen voor plaatsing van windturbines. Vanaf 1 juli neemt de provincie daar echter de regie in. Plannen die vanaf dan worden ingediend moeten aan het provinciale beleid getoetst worden. Dat beleid bleek echter ontoereikend om veel kleine initiatieven te voorkomen. Kleine initiatieven van losse windmolens vinden wij ongewenst omdat ze tot verrommeling van het landschap (‘confetti’ van windmolens) kunnen leiden. GroenLinks wil graag dat windmolens in clusters en waar dat ruimtelijk past (bijvoorbeeld langs snelwegen) geplaatst worden. Ook zorgt het voorgenomen nieuwe beleid ervoor dat de provincie meer regie neemt en lokaal eigendom van minimaal 50% een uitgangspunt wordt.

Het nieuwe beleid betekent niet dat er meer of minder windturbines bijkomen, alleen de mogelijke locaties en de opstelling ervan zijn gewijzigd. De afgesproken doelen voor windenergie veranderen niet met dit nieuwe beleid, maar sommige initiatieven zullen niet meer kunnen doorgaan, waar bij andere initiatieven juist een tandje bij gezet moet worden. Een dergelijke wijziging van beleid wordt normaliter in de Statencommissie besproken en daarna in de Provinciale Staten in stemming gebracht. Dat zou echter betekend hebben dat we de beleidswijziging niet voor 1 juli afgerond zouden kunnen hebben, met de mogelijke verrommeling als gevolg. Vanwege deze deadline zagen we als beoogde coalitie geen andere manier om deze wijziging via een motie op tijd vast te stellen.