Schone grond en schone lucht in de uitverkoop. Waarom afvalverwerking een publieke taak is.

Schone grond en schone lucht zijn zaken waar de overheid primair voor verantwoordelijk moet zijn. Je kunt dit als individu niet organiseren, je kunt in je eentje niet zorgen dat onze grond en dus het drinkwater schoon blijft en dat de lucht die we inademen gezond is. Met de verkoop van afvalverwerker Attero (voorheen Essent Milieu) heeft het provinciebestuur eigenlijk de schone grond en schone lucht in de uitverkoop gedaan. Partijen die nu verantwoordelijk zijn voor het bedrijf focussen, zo lijkt het, uitsluitend op winst. De volksgezondheid lijkt op de tweede plaats te komen.

Als er nu iets misgaat, en ergens ernstige verontreiniging ontdekt wordt, dan zijn de inwoners tweemaal het slachtoffer. Ten eerste krijgen zij dan te maken met vuile grond en vuile lucht. En ten tweede moet het schoonmaken sowieso gebeuren. En als Attero daar geen geld voor heeft, dan zal dit worden betaald uit publieke middelen.

Waterland, het investeringsbedrijf dat betrokken is bij Attero, heeft de reserveringen die er waren voor de stortplaatsen al flink uitgekleed. En ook voor de reorganisatie, een mooi woord voor de niet zo mooie ontslagen die zullen volgen, is minder geld gereserveerd dan voorheen.

Kortom, het gaat om winst maken. Het gaat de investeerders om geld en niet om mensen.

Daarom is het ook volstrekt onlogisch om afvalverwerking, dat zo’n impact kan hebben op elementaire behoeften als drinkwater en lucht die wij dagelijks inademen, over te laten aan marktpartijen. Zeker wanneer deze marktpartijen op geen enkele wijze tonen dat zij aandacht hebben voor maatschappelijk verantwoord ondernemen. Er is nu interessant vanuit China voor het bedrijf. China geeft niet bepaald een schoolvoorbeeld van hoe je hoort om te gaan met onze leefomgeving.

Mocht deze verkoop doorgaan, dan lijkt het er wel erg veel op dat onze maatstaven met betrekking tot veiligheid en een schone leefomgeving, maatstaven die volgens het provinciebestuur voldoende gewaarborgd waren, na twee jaar al in de uitverkoop worden gedaan.

Wij zullen het provinciebestuur vragen of zij op de hoogte zijn van de mogelijke verkoop aan dit Chinese bedrijf. En hen andermaal bevragen op de waarborgen die bij de verkoop zijn gegeven. Mocht deze verkoop inderdaad realiteit worden dan roepen wij het provinciebestuur op om alles te doen wat in hun macht ligt om ervoor te zorgen dat de waarborgen voor de volksgezondheid niet op deze wijze bij het oud vuil wordt gezet.

Janet Duursma, GroenLinks Overijssel