In 2009 hebben provincies en gemeenten energiebedrijf Essent verkocht aan het Duitse RWE. Meteen toen RWE in beeld kwam als koper werd zij met argusogen gevolgd, omdat zij bepaald geen duurzaam bedrijf was (en is). GroenLinks was destijds mede daarom tegen de verkoop van Essent.

De zojuist bekend gemaakte verkoop van het warmtenet en warmtekrachtcentrales door Essent is een slecht teken aan de wand. De schuldenlast van RWE is blijkbaar zo groot, dat Essent haar inboedel moet verkopen. De vraag is waar dit eindigt, en hoe dat valt te rijmen met eerder gemaakte afspraken. Blijken die afspraken ‘een kluitje in het riet’ te zijn?

Provinciaal Statenlid Robert Jansen maakt zich ernstige zorgen: ‘Duurzaamheid heeft bijvoorbeeld een grote rol gespeeld in het verkoopproces van Essent. De verkoop is zelfs eerst afgewezen. Na het maken van bindende afspraken, is de mening van enkele politici gewijzigd. Daardoor kon de verkoop toch doorgaan. Overigens is GroenLinks niet van mening veranderd. Wij bleven tegen de verkoop.’

De Essent-rapportage van eerder dit jaar (PDF) over de voortgang van de afspraken, is helder: veel afspraken zijn niet nagekomen.
GroenLinks is van mening dat de tijd is aangebroken voor daden. Als Essent/RWE die niet presenteren, worden de oud-aandeelhouders in een hoek gedreven: boetes lijken onvermijdelijk.

Afgelopen mei had GroenLinks Overijssel ook al de conclusie getrokken dat Essent te weinig doet aan de duurzaamheidsafspraken.

Het provinciebestuur meldt in reactie op de vragen van GroenLinks dat zij begin januari met een reactie komt.