Om heel eerlijk te zijn: GroenLinks is eigenlijk helemaal geen voorstander van de huidige klimaat en stikstofplannen. We wijzen gemeenten aan waar zij hun windmolens moeten bouwen en moeten nu met stoom en kokend water stikstofplannen maken en uitvoeren. Is dit de beste manier? Nee, de beste manier was als we 25 jaar geleden rustig en stap voor stap begonnen waren met de energietransitie en de transitie van de landbouw, Dan waren we vandaag energieneutraal en hadden we nu kunnen genieten van gezonde natuurgebieden en hadden we een toekomstbestendige duurzame landbouw gehad.



In 2015 en 2016 openden in Nederland zelfs nog 3 nieuwe kolencentrales. Steeds weer stellen we maatregelen om onze uitstoot tegen te gaan uit, maar van dit uitstel komt geen afstel. We koersen nu in de wereld af op een rampzalige opwarming van 2,8 graden . De gevolgen zijn nu al zichtbaar, zo heeft de WHO gisteren bij de klimaattop in Egypte bekend gemaakt dat er afgelopen zomer in Europa 15.000 mensen zijn overleden als gevolgen van de hittegolven. En die 2,8 graden opwarming is mét het huidige klimaatbeleid, we moeten nog maar zien of we dat gaan halen.



Na de invoering van de PAS-systematiek begon de stikstofdepositie weer te stijgen en holt onze biodiversiteit achteruit. Ik zou oprecht graag willen zeggen dat we wel rustig aan kunnen doen, maar de cijfers liegen er niet om, we kunnen niet meer uitstellen. En voor de duidelijkheid, dit is geen verhaal om het gelijk van GroenLinks te presenteren. Het liefst zouden we ongelijk hebben gekregen. Maar de natuurorganisaties in Overijssel zien de teloorgang van de natuur met lede ogen aan.



We zullen voor deze begroting stemmen, maar wat we nu doen in deze begroting is het minimale om ook in de toekomst een leefbaar Overijssel te hebben. Deze wereld vraagt een andere kijk op de begroting, niet alleen een begroting waarin de financiën gezond zijn, maar een begroting waarin we breed kijken of Overijssel gezond blijft. Voor ons is het één niet belangrijker dan het andere. Daarom dienen we een motie in om brede welvaart, dus verder kijken dan geld en economie, een centrale positie te geven in de planning en control cyclus. Ik wil wel gezegd hebben dat dit college een aantal stappen zet die een compliment waard zijn. Maar we kunnen meer en dagen ook het college uit om meer te doen.



Ik deel de frustratie van het college dat het kabinet maatregelen uitstelt die de stikstofuitstoot verlagen én de PAS-melders legaliseren. De huidige situatie is onhoudbaar voor boeren en natuur. Het college moet wat ons betreft alles op alles zetten om dit soort situaties in de toekomst te voorkomen, of het nu om stikstof, klimaat of water gaat. We moeten nu kansen pakken en verzilveren, anders is het te laat. Dan hebben we geen andere keus dan grote windparken aanwijzen, onteigenen van boeren en meer dwingende maatregelen. Dat willen we allemaal niet, maar dat is het werkelijke gevolg van uitstel, niet de afstel van de maatregelen.



We moeten daarom doorgaan, zelfs een tandje bijzetten en niet afremmen en uitstellen. Het klinkt voor sommigen hier misschien fijn, stoppen met alle regels rondom klimaat en stikstof, grenzeloos kunnen bouwen, rijden en uitstoten. Maar we komen onszelf dan keihard tegen. Vandaag in de rechtbank, in de toekomst in een onleefbare wereld. De enige reële optie is om samen de schouders eronder te zetten. Dat betekend samen delen in de opbrengsten, maar ook samen verliezen slikken. Samenwerken betekent dus niet dat iedereen tevreden en zonder iets in hoeven te leveren naar huis gaat. Samenwerken vergt niet alleen een andere manier van denken en doen van onze inwoners maar van de provincie. Om goed samen te werken is er een open grondhouding nodig, een overheid die haar inwoners vertrouwt. Zo kan er een dynamiek ontstaan waarin iedereen gelijkwaardig naar de doelen toewerkt. We moeten in de gebieden samen gaan zoeken naar oplossingen, maar uiteindelijk hebben wij als volksvertegenwoordigers de soms zware taak om de knoop door te hakken, want de tijd dringt. Daarbij vergeten we soms dat niet alleen participatie, maar ook duidelijkheid belangrijk is voor het vertrouwen in de politiek.



We moeten radicaal anders denken, het voortbestaan van de mensheid moeten we echt op 1 zetten. Dat moeten we samen doen, met onze inwoners, met elkaar. Misschien gaat dan ooit mijn grootste politieke wens in vervulling: dat ik een algemene beschouwing niet over het klimaat hoef te houden.