Op initiatief van GroenLinks heeft Provinciale Staten haar ongenoegen uitgesproken over ondermaatse prestaties van Essent op het gebied van duurzame energie. Het College van Gedeputeerde Staten zal dit kenbaar maken aan de directie van Essent/RWE. Bij de verkoop van Essent in 2009 zijn er bindende afspraken gemaakt over groene investeringen. De eigenaar van Essent (RWE) geeft nog steeds geen prioriteit aan de opwekking van duurzame energie. Statenlid Robert Jansen, die de duimschroeven nu heeft aangedraaid: ’Essent mag blijkbaar van RWE voornamelijk investeren in vuile energie. Ze moeten zich aan de afspraken houden.’

De verkoop van Essent in 2009 werd niet gesteund door GroenLinks, vanwege het onduurzame karakter van RWE. Maar de verkoop is toen doorgegaan, en het hoogst haalbare nu is Essent te houden aan de afspraken. Belangrijke projecten die onzeker zijn geworden zijn lokale energieprojecten (bijvoorbeeld in Deventer en Enschede) en een windenergie-project voor de kust (goed voor honderden MegaWatts). Jansen: ’Er zijn harde afspraken gemaakt over deze projecten. Als RWE besluit dat Essent die niet mag uitvoeren, ontstaat er een conflict.’

De eigenaar van Essent was en is een kei in het opwekken van vervuilende energie. (RWE is bijvoorbeeld de grootste CO2-uitstoter van Europa) Daarom hebben de oud-Essentaandeelhouders in 2009 bedongen dat er duurzame investeringen zouden plaatsvinden . ‘De voortgang blijkt vies tegen te vallen’ aldus Jansen.

Het College van Gedeputeerde Staten gaat alles in het werk stellen de afgesproken investeringen door RWE/Essent wel te laten plaatsvinden.

========

29 mei 2013