Vandaag was er in de provincie de discussie over de bezuinigingen op het openbaar vervoer: het snijden in buslijnen. Hieronder de inbreng van Daphne Dertien. Op woensdag 26 maart zal de provincie een besluit nemen
Het spreken kost mij vandaag wat moeite, door een verkoudheid. Dat gaat wel weer over, maar ik ben wel blij dat er een bus reed, want fietsen zag ik echt niet zitten. En ook terug, 's avonds laat, in het donker, vind ik het als vrouw lang niet altijd even prettig om te moeten fietsen. En het gaat niet alleen om mij; de helft van deze provincie bestaat uit vrouwen.
Scholieren zijn ook erg vaak vrouwen. Willen wij dat meisjes straks in het donker over plattelandsweggetjes moeten fietsen, omdat ze binnen 5 km van een treinstation wonen? En verwachten we dat mensen met een rollator, die nu van t OV gebruik maken, straks eerst 5 km fietsen? Mensen die hun kinderen in de wandelwagen meenemen? Het zijn geen gemiddelde mensen dievan de bus gebruik maken.
Want dat is de kern van het voorstel van dit rechts-conservatieve college. Het zegt tegen de OV-reiziger: ga toch fietsen! En: zoek het zelf maar uit!
Een provincie onwaardig.
In november heeft GroenLinks al een voorschot gedaan met een voorstel voor een OV-fonds om de financiële problemen op te lossen. GS heeft één element overgenomen; het ophogen van de bijdrage uit de BDU van 80 naar 90%. Mooi zo. Nu de andere elementen: het ophogen van de risicoreservering en het gebruik van een percentage uit de motorrijtuigenbelasting, kunnen de structurele problemen oplossen.
Het lijkt ons niet meer dan redelijk om nu enkele financiele maatregelen te treffen die het huishoudboekje op orde kunnen houden voor 2015, zonder daarmee de mogelijkheden voor de volgende coalitie te beperken om een eigen visie te ontwikkelen op de toekomst van het OV. Nu met de botte bijl erin, geeft geen pas.
Het rijden met lege bussen moet worden teruggedrongen, maar domweg lijnen schrappen is net iets te simpel. Soms is er wel degelijk vraag naar OV, ook op het platteland, en daar wil GL aan tegemoet komen. Dat hoeft niet altijd met een regiotaxi, maar kan ook met een betaalbare tussenvorm: de flexlijnen. Deze rijden niet van deur tot deur, maar op aanvraag langs de bestaande haltes, maar via flexibele routes. Al naar gelang wat optimaal is.
Het huidige college schrapt niet alleen lege bussen, maar ook volle bussen. Omdat de lijnen parallel lopen. Daarmee spant dit college het paard achter de wagen. Niet het systeem moet het uitgangspunt zijn, maar de reiziger. Is de VVD niet langer van mening dat de vraag het aanbod moet bepalen?!
Bij dit college is alles een alternatief voor de bus; als niet de fiets het alternatief is, dan moet het de trein zijn. Of anders wel de buurman die vrijwillig mensen moet rondrijden.
Dit kan zo niet. De provincie heeft een verantwoordelijkheid voor het OV en die moet ze waarmaken. OV is een wezenlijk onderdeel van de leefbaarheid van zowel het platteland als de stad. Zonder OV geen Overijssel.