In 2009 is energiebedrijf Essent (waar onder andere de provincie Overijssel aandeelhouder van was) verkocht aan de Duitse energiereus RWE. GroenLinks was en bleef tegen deze privatisering. Maar desondanks is het toch doorgegaan. De verkoop van Essent strandde in 2009 eerst nog op het onduurzame karakter van RWE. Enkele andere politieke partijen lieten zich overtuigen door aanvullende duurzame afspraken, waarna de verkoop van Essent aan RWE, toch doorgang vond. De doorslaggevende duurzame afspraken worden nu als ‘boterzacht’ gekwalificeerd. Alle reden voor een onderzoek door de onafhankelijke Rekenkamer.
GroenLinks Statenlid Robert Jansen wil helderheid over die afspraken. ‘De afgesproken sanctie van 40 miljoen euro voor het niet-nakomen van de afspraken, is niet opgelegd. Het lijkt erop dat de aanvullende duurzame afspraken voornamelijk zijn opgesteld voor reclame-doeleinden in het verkoopproces van Essent. En niet om het belang van schone energie te waarborgen. Als dat klopt, is openbare verantwoording daarover nodig.
RWE/Essent heeft zich niet aan de afspraken uit 2009 gehouden. Daar is iedereen het over eens. Maar de afgesproken sanctie van 40 miljoen Euro werd niet opgelegd. De uitleg over het waarom is gehuld in mist. De provincie Noord-Brabant meldt dat de afspraken ‘boterzacht' waren. De andere grootaandeelhouder, Overijssel, houdt vol dat de afspraken juridisch goed in elkaar zaten.
Bij de verkoop van een publiek energiebedrijf, een bedrijf dat van veel inwoners was, hoort een publieke verantwoording. Die verantwoording wordt onvoldoende gegeven. Je kan kiezen uit de smaken ‘boterzacht’ of ‘prima geregeld’ voor hoe goed de aanvullende duurzame afspraken waren. De uitkomst is in ieder geval teleurstellend. De verkoop van Essent is gebeurd, maar niemand weet of er juist is gehandeld.
Daarom heeft GroenLinks Overijssel aan de Rekenkamer het verzoek gedaan een onafhankelijk onderzoek te starten. ‘Hopelijk geeft dat onderzoek uitleg over hoe het mogelijk kan zijn dat ‘bindende afspraken’ uit 2009, in 2014 ‘boterzacht’ kunnen zijn’ aldus Jansen. ‘Transparantie bij de verkoop van een publiek energiebedrijf lijkt mij een belangrijke voorwaarde. Daar heeft iedereen recht op.'